Het Referendum is het failliet van de democratie

Ik ben lid van D66. Ik ben tegen het referendum. Het referendum minimaliseert de betrokkenheid van burgers bij het bestuur. Als lid van D66 ben ik voor een vernieuwende democratie waarin burgers echt betrokken worden bij het bestuur in alle lagen. Van straat, wijk, dorp, stad, provincie, regio tot op het niveau van de natie.Het referendum is een instrument om die betrokkenheid effectief de nek om te draaien, zowel voor de winnende als de verliezende partij in een referendum.

Onze democratie

We houden het even simpel. Representatieve democratie werkt als volgt. Eén keer in de vier jaar mag een burger naar de stembus om te stemmen op de partij of persoon (al komt deze vorm in Nederland niet voor) die hem of haar representeert. Vaak selecteren we met het oog op onze portemonnee. Daarom hebben we jarenlang partijen die de hypotheekrenteaftrek in stand hielden gesteund en zitten we nu met een onroerend goed markt die vrijwel stilstaat. Met dank aan onze eigen hebberigheid. Na het stemmen hebben we nauwelijks invloed op wat de gekozen persoon (want het eindigt wel altijd met een persoon, maar het begint met standpunten en soms een visie) gaat doen. Dus kiezen we daarnaast meestal voor iemand die aardig is of lijkt. Dus is Rutte populair, Femke Halsema en Emile Roemer maar niet stugge personen zoals Cohen, Haarsma Buma of Jolanda Sap. Dat is een verstandige strategie want je wil vooral dat degene die je representeert handelt zoals jij zou handelen in een onverwachte situatie. Meestal immers is het centrale thema tijdens een verkiezing binnen een jaar vergeten en dan moet die politicus pas echt doen wat jij wilt. Doet hij dat niet dan stemmen we niet meer op deze persoon. Maurice de Hond registreert dat en concludeert er is een kloof tussen burger en politiek. Die kloof is er niet vanwege de politiek of vanwege de burger. Die kloof is er omdat het politieke systeem verwacht dat de burger zwijgt nadat hij gestemd heeft. Dan is vier jaar de politiek aan zet en kan de kloof weer groeien. Een kloof die tijdelijk smaller wordt door de verkiezingen en die daarna door zoiets doms als een inkomensafhankelijke zorgpremie razendsnel breder wordt.

Die kloof moet gerepareerd! En het referendum is het antwoord?

Vooral sinds Cameron in zijn speech geroepen heeft de EU in een referendum aan de Britse burger voor te willen leggen roepen zelfs conservatief liberalen als Baudet om een referendum. (Waarschijnlijk is de EU het enige onderwerp waarover ze een referendum willen maar dat terzijde). Wat doet een referendum nu precies? Het brengt een complex onderwerp zoals Europa terug tot een Ja, Nee vraag. Het ultieme EU referendum zou zijn: Nederland moet in de EU blijven (Of als Wilders de vraag formuleert: Nederland moet uit de EU). De uitkomst kan dan maar twee kanten op. Eén we blijven in de EU en de significante minderheid die tegen is staat aan de kant. Als we uitgaan van een 60/40 verdeling dan heeft 40 procent van de Nederlanders niet zijn zin gekregen en die moeten zich daar maar bij neerleggen. Het kan ook andersom uitvallen maar ook in dat geval heeft een grote groep Nederlanders kennelijk niets in te brengen. Terwijl tussen die twee uitersten een wereld aan mogelijkheden ligt, zoals de EU beperken tot de markt, de markt plus open grenzen, markt plus open grenzen plus goede samenwerking op het gebied van onderzoek, we doen infrastructuur erbij en de arbeidsmarkt, een federale EU of zelfs het opheffen van de natiestaten en als Europaland verder gaan. Over geen van die nuances heeft de burger zich uit kunnen spreken. Het hele probleem wordt teruggebracht tot ja nee waarbij in het geval van ja de deur voor de politiek wagenwijd openstaat om door te stomen naar een volledig geïntegreerd Europa want het Nederlandse volk heeft zich immers uitgesproken voor de EU. De vraagstelling kan eleganter maar deze vraag wordt geformuleerd door het bestaande democratische proces. We krijgen zeker geen referendum over de vraag van het referendum! In alle gevallen wordt na een referendum een grote minderheid aan de kant gezet, verdwijnt de nuance en heeft de politiek daarna vrij spel om met de uitslag aan de haal te gaan. De burger staat na een referendum over een willekeurig onderwerp net zo hard buiten spel als bij de verkiezingen. Zelfs de burger die ‘gewonnen’ heeft. Op de vraag welke van de nuances die er mogelijk zijn is de beste oplossing voor het gestelde probleem wordt niet door de burger maar door de politiek beslist.

Rituele slacht

Stel we hadden een referendum gehouden over de rituele slacht. Doordat zo’n referendum de groene krachten aan de angst voor islam koppelt zou dit ongetwijfeld geleid hebben tot een verbod op deze slacht.Hadden we daarmee de democratie recht gedaan? Ik denk het niet. Er zouden een aantal religieuze minderheden overblijven die zich, zeker op dit punt, zouden afkeren van de overheid. De rituele slacht zou niet stoppen. Nee die zou doorgaan in stallen op het platteland en in keukentjes in de stad. Gelovigen die opgepakt worden voor het overtreden van de wet worden martelaren en helden. Door het geheimzinnige gedoe van slachtpartijen op achteraf plaatsen neemt het dierenleed per saldo toe. Het resultaat de gewenste wet is er, het gewenste resultaat niet. De oplossing die Bleeker heeft geïmplementeerd, door alle betrokkenen om de tafel te zetten, was veel beter. Tenslotte is er geen rabbi of imam die dierenleed wenst. Er is diep respect voor gods schepping juist bij deze mensen, maar ook voor gods woord. Door de wetten van de gelovigen naast de wens voor minimaal dierenleed te leggen is er een compromis op tafel gekomen. Het overgrote deel van het consumptievlees wordt goed verdoofd geslacht, halal slacht met verdoving is ook mogelijk. Alleen in een aantal bijzondere gevallen is rituele slacht onder controle toegestaan. Het netto effect is minimalisering van het dierenleed. Een referendum krijgt dit niet voor elkaar. De wil van de meerderheid doet geen recht aan een democratische samenleving want het gedraagt zich als een dictatuur. Kortom het bij elkaar brengen van alle partijen die betrokken zijn bij een probleem lijkt een veel beter middel maar kost wel meer tijd. Hierdoor ontstaan wel genuanceerde oplossingen die praktisch uitvoerbaar zijn, breed draagvlak hebben en het beoogde effect zo dicht mogelijk benaderen.

De failliete democratie

Dan is er nog een belangrijk kenmerk van het referendum. Waarom wordt een vraag voorgelegd aan het volk? Omdat de democratie kennelijk niet bij machte is om een antwoord te formuleren. De vertegenwoordigers zo zorgvuldig gekozen bij de verkiezingen geven toe dat ze hun mandaat op dit onderwerp niet aankunnen. Het uitschrijven van een referendum door een regering is een proeve van onbekwaamheid. Het middel dat een referendum is doet zowel onrecht aan de minderheid die verliest, want zij wordt niet gehoord alsook aan de meerderheid die wint. Het lijkt er wel op dat deze wordt gehoord, maar de uitslag geeft de politiek een vrijbrief om veel verder te gaan dan het referendum beoogde. Al is het maar met de dooddoener: we kunnen niet voor alles een referendum uitschrijven. De burger komt niet dichter bij de politiek maar wordt door dit paardenmiddel juist op grotere afstand geplaatst. Na het referendum moet de burger weer zwijgen en kan de politiek haar gang weer gaan. Alleen krijgt nu niet de politiek de schuld bij verkeerde uitvoering maar de meerderheid die het referendum heeft beslist: Het volk heeft gesproken! De kloof tussen burger en politiek die al ingebakken zit in de representatieve democratie wordt door een referendum alleen maar groter.

Het referendum leidt tot dictatuur van de meerderheid, ongenuanceerde oplossingen en geeft de politiek na de uitslag een vrijbrief om met de uitslag aan de haal te gaan. Het is het failliet van de representatieve democratie.

Literatuur: Callon, M., Lascoumes, P., & Barthe, Y. (2011). Acting in an uncertain world: An essay on technical democracy [Agir dans un monde incertain: Essai sur la democracie technique (2001)] (G. Burchell Trans.). Cambridge, Massachusetts: Massachusetts Institute of Technology.